![The hot snow (drama, dir. Gabriel Egiazarov, 1972)](https://i.ytimg.com/vi/Ay-vJ4OUDjM/hqdefault.jpg)
Inhoud
- Geile viooltjes - in het allround profiel
- Kort en bondig
- Het gehoornde violet - met gehoornde bloemen
- Ook interessant voor lokale tuinen
- Van onder naar boven gezien
- Tips en trucs
Het gemakkelijk te verzorgen gehoornde viooltje komt oorspronkelijk uit de Pyreneeën
Geile viooltjes - in het allround profiel
Hun bloemen zijn kleiner dan die van de viooltjes. Maar ze zijn buitengewoon charmant en kunnen de hele zomer en tot de herfst aanwezig zijn. Wat valt er nog meer te weten over haagbeuken als je ermee speelt?
Kort en bondig
Het gehoornde violet - met gehoornde bloemen
Haagbeuken hebben hun naam te danken aan een kleine uitloper. Je kunt hem midden tussen de bloemen vinden. Geile viooltjes kunnen meerdere jaren meegaan. Ze zijn winterhard tot -12 ° C en gaan graag wild.
Ook interessant voor lokale tuinen
Hoewel deze planten hun oorsprong vinden in de Pyreneeën en delen van Noord-Spanje. Maar ze gedijen ook in lokale tuinen. De locatie moet zonnig tot halfschaduw zijn. Een humusrijke, voedselrijke en goed doorlatende grond is net zo belangrijk als helderheid en warmte.
Iedereen die gehoornde viooltjes in de tuin plant, hoeft er nauwelijks voor te zorgen. Op een natte locatie hoeven deze planten niet te worden bemest en bewaterd. Alleen de bloemen moeten worden verwijderd. Dit heeft het voordeel dat hierdoor nieuwe bloemen ontstaan.
Van onder naar boven gezien
Tussen 20 en 30 cm groeien ze op. Haar groei is bossig tot expansief. In de grond vormt zich een persistente wortelstok. Op het oppervlak spruiten eivormig, puntig, ingesneden aan de rand en onderkant harige bladeren omhoog. De bladeren zijn groenblijvend.
De geurende bloemen worden gevormd tussen mei en juni en zijn te bewonderen tot augustus / september. Ze zijn kleiner met een diameter tussen 2 en 3 cm dan die van de viooltjes. Hun kleur is violet of paars. Sommige hybriden hebben verschillende bloemkleuren.
Tips en trucs
Deze delicate wezens worden vaak bezocht door ziekten zoals meeldauw en stengelwortelrot. Ze houden ook van slakken en rupsen. Zorg daarom voor een aangenaam klimaat en verharding in de vorm van kunstmest en besproeiing met knoflook of paardenstaart.