Inhoud
- De appelboom en zijn belangrijkste kenmerken
- Selecteer de juiste variëteit voor een locatie
- Geen fruit voor een grote oogst zonder zorg
- Wateroverlast houdt niet van appelbomen
- Tips en trucs
De appelboom en zijn belangrijkste kenmerken
De meeste variëteiten van de appelboom plaatsen hun locatie en de respectieve factoren zoals licht en weer stellen geen bijzonder hoge eisen. De typische eigenschappen van de appelboom bieden echter waardevolle inzichten voor selectie en verzorging.
Selecteer de juiste variëteit voor een locatie
Bij het kiezen van een nieuwe te planten appelboom zijn er veel keuzes beschikbaar. De belangrijkste kenmerken zijn:
In een tuin omringd door hoge hagen is het planten van een boom met een hoge stam ideaal, zodat de kroon goed geventileerd kan worden door de wind en dus beschermd is tegen schimmelaanvallen.
Geen fruit voor een grote oogst zonder zorg
Hoewel een appelboom in feite een vrij ongecompliceerde fruitboom is, vereist hij toch jaarlijkse interventies en zorgmaatregelen voor vitaliteit en een rijke oogst. Dit omvat bijvoorbeeld een regelmatige verlaging in de maanden van winterslaap van januari tot februari. Er moet niet alleen worden gezorgd voor de vorm van een lichte en luchtdoorlatende boomtop, maar ook voor een stabiele oriëntatie van de respectieve takken. In de zomersnede kunnen fouten worden gecorrigeerd en scheuten die verticaal omhoog schieten, zodat de energie van de appelboom kan worden gekanaliseerd in de rijpende vrucht.
Wateroverlast houdt niet van appelbomen
Appelbomen verdragen droge periodes van één of twee weken in de zomer. Ze houden er echter niet van, ondanks hun vrij ondiepe wortels als de grond permanent nat is. In gootstenen moet daarom dieper gegraven en een drainagelaag worden geïntroduceerd wanneer de appelboom wordt geplant. Een te dichte boomtop en een beschutte locatie kunnen leiden tot aantasting door meeldauw, vooral in het geval van rassen die niet voldoende resistent zijn.
Tips en trucs
Oude appelrassen in een regio zijn vaak optimaal aangepast aan het respectieve microklimaat. Meestal kun je dergelijke speciale rassen vragen aan fruittelers en de plaatselijke tuinbouwvereniging.